Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Trekt op, gij paarden! en [16]raast, gij wagens! en laat de helden uittrekken: de [17]Moren, en de Puteers, die het schild [18]handelen, en de Lydiers, die den boog handelen [en] [19]spannen. 16. Alsof gij dol en onzinnig waart. 17. Hebreeuws, Chus; zie hiervan, en van de Puteers en Lydiers, Gen.10:6,13; dezen waren gehuurd door den koning van Egypte; zie vs.16,17,21. 18. Dat is, voeren, daarmede omgaan. 19. Hebreeuws eigenlijk, treden; zie Ps.7:13.